De gemeente en het onderwijsveld gaan jongeren ‘vasthouden en niet loslaten’ zodat zij niet zonder diploma de school verlaten. Zoetermeer kende 408 voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2010/2011. Dat waren er een jaar eerder nog 502, ofwel een daling van 4,7% naar 3,9% uitval onder het totaal aantal leerlingen in de leeftijd tot 23 jaar. Het hoogst is het voortijdig schoolverlaten onder mbo-leerlingen, vooral bij overstappen naar een andere studie of vanuit het vmbo, en vaak al in het eerste jaar. Ook kunnen persoonlijke- of gedragsproblemen of de situatie thuis een rol spelen. De meest voorkomende oorzaak is een verkeerde opleidingskeuze.
De overstap
Mariëtte van Leeuwen, wethouder Jeugd en Onderwijs: “Pas op de opleiding komen jongeren er soms achter dat deze niet bij hen past of dat de eisen te hoog zijn. Daarom moeten we ze vooraf helpen zich goed te verdiepen in opleidingen, met open dagen en stage- en leerbanen.”
Van Leeuwen vervolgt: “Andere acties om jongeren te behoeden voor voortijdige uitval zijn bijvoorbeeld het project ‘De overstap’ en ombuiggesprekken. Jongeren worden gevolgd en waar nodig ondersteund bij hun overstap van vmbo naar het mbo.”
Werken en leren
Wanneer jongeren toch (tijdelijk) thuis komen te zitten, is het belangrijk hen te begeleiden en het onderwijs door te laten gaan. Daarom wordt gewerkt aan digitaal onderwijs op afstand via de computer. Met maatwerk wordt ervoor gezorgd dat risicoleerlingen hulp krijgen die op hun lijf geschreven is. Kortom: het strijdplan tegen schooluitval is een totaalprogramma om te bereiken dat alle jongeren uiteindelijk een diploma hebben, en daarmee meer kansen op (goed) betaald werk. De gemeente werkt hierin samen met het Meerpunt, om de problemen goed aan te pakken.