Sharon TilburgPrijs de Poëzie  van 2020 werd op zaterdag 21 maart bekend gemaakt. Een spannend moment voor deelneemster Sharon Tilburg uit Zoetermeer. Zij nam met haar gedicht ‘De Akte van Erkenning van Suriname 1975’ deel aan de wedstrijd.

De prijzen werden door het coronavirus niet op locatie bekend gemaakt maar via een filmpje op de site van de organisatie. Sharon eindigde met haar inzending bij de laatste 100, deze worden door de organisatie in een bundel uitgebracht. Sharon: “Helaas niet gewonnen, maar ik vind het al heel mooi dat mijn gedicht nu in de bundel gepubliceerd wordt!” De jury was heel lovend over het gedicht van Sharon en gaf het volgende commentaar: "Een historiografisch document is dit gedicht, maar ook zo veel meer: het is een ooggetuigenverslag, een archief van emoties en sensaties. Het is groots in de kleine gebaren, dit gedicht is gewoon echt steengoed."
De Grote Poëzieprijs wordt samen met De Gedichtenwedstrijd georganiseerd onder de noemer Prijs de Poëzie. De prijs heeft tot doel Nederlandstalige poëzie te stimuleren in het gehele taalgebied.

Sharon, 46 jaar oud en geboren in Sweetie Sranang ook wel bekent als Suriname , woont sinds 1982 in de wijk Leidsewallen en inmiddels alweer 10 jaar in Oosterheem Zoetermeer. De passie voor het schrijven zat er al vroeg in. “Ik schreef dagboeken vol en verzon en schreef sprookjes”, aldus Sharon. Tegenwoordig vindt ze haar inspiratie vooral in de natuur, hartzeer, liefde, verlangens en alle facetten van het leven. Die inspiratie vastleggen, terwijl ze een diepere betekenis verwerkt achter haar woorden en zinnen, is haar uitdaging.
Maar er is daarbij ook zeker ruimte voor humor. De ambities van haar schrijfkunst is dan ook om verhalen te schrijven die mensen raken en inspireren.

Eén keer eerder won Sharon een publicatieprijs en werd een gedicht van haar gepubliceerd in de bundel ‘De enge verhalen’.

Het gedicht van Sharon:

De Akte van Erkenning van Suriname 1975

Zondagmorgen, op het Gouvernementsplein luisterde ik naar de zangvogels, allemaal in hun kooien strijdend om het hoogste lied.
Ik zag hoe andere grootvaders ook trots hun twa twa, rowtie, picolet of gele bek aan het woord lieten.
Hun verenpracht mooi in kleuren van rood, zwart, bruin, geel en wit.
In de ogen van onze vogel zag ik beelden van dansende krijgers, wasvrouwen en spelende kinderen, alle vogels zongen in vrijheid hun eigen lied.

Zondagmorgen, op het Gouvernementsplein luisterde ik naar de zangvogels, de een klonk onzeker, de ander vol euforie.
In de ogen van mijn grootvader las ik hoop en dromen.
Daar op het Plein klonk het begin van een nieuwe symfonie.

In de straten van Old Town luisterde ik naar andere geluiden.
Intellectuelen luidden trotse klanken van zelfbestuur en bezieling, een ander die van opstand tegen de vernieuwing.
Ik zag broeders met grote afro's gekleed in broeken met wijde pijpen, zusters in minirokken waar zelfs ik van bloosde.
Op de radio luisterde we naar het Moeders Uurtje en Willeke Alberti.

In de straten van Old Town luisterde ik naar andere geluiden, alleen naar die van mezelf en Den Uyl het meest.
Lachmon was fel tegen: 'Wacht, het gaat te snel Arron! Het land is er nog niet klaar voor.'
Ik zag hordes landgenoten op Zanderij vertrekken, in hun ogen las ik geen hoop, maar vrees.
Switie Sranan huilde, maar bereidde zich ook voor op 's Lands grote feest!

In de straten van Old Town luisterde ik naar andere geluiden.
Het Plein omgedoopt tot het Onafhankelijkheidsplein.
In de nacht van 24 op 25 november 1975 vierden we uitbundig onze vrijheid.
In de ogen van ons nieuw Suriname zag ik beelden van hoop en dromen, zoals vroeger, zondagmorgen in de ogen van mijn grootvader.

Gedurende de Lange Droge Tijden snakte ik naar verkoeling. De wind waaide seizoenen lang in een andere richting.
Na de tragiek van 1980: politieke spanningen en discussies vol verwijt, denk ik regelmatig aan hen in stilte.

Gedurende de Lange Droge Tijden snakte ik naar verkoeling. Ik denk terug en markeer het jaar 1975, de Erkenning van de Republiek Suriname,
een historisch feit!
Van onze eerste president Venetiaan, ontving ik trots De Gele Ster: het symbool van onze eenheid.

Maandag, in De Ochtenden luisterde ik naar de koolmezen, alleen hoorde ik mijn overzeese roep: Kon Hesi Baka Henck Arron en staarde
eindeloos over de uitgestrekte Hollandse polders.

Sharon Tilburg

 

Tekst: Monica Lausberg

-advertenties-

-goede doel-