De geschiedenis van Zoetermeer gaat duizend jaar terug in de tijd. In een reeks verhalen nemen wij u mee op reis door deze duizend jaar geschiedenis. Beginnende bij het ontstaan van het Zoetermeerse Meer en eindigend bij de bouw van Oosterheem. Deze keer: Zoetermeerse Polder

Zoetermeerse Polder
Er was na 1762 nog één flink stuk land dat onder water stond. Deze lag om de Meerpolder heen. Voor het droogmalen van dit stuk land werden twee octrooien verleend door de Staten van Holland en West-Friesland. Op 12 oktober 1767 werd er een octrooi verleend voor het deel dat binnen de grenzen van Stompwijk en Wilsveen lag, de Grote Polder. Twee dagen later volgde het tweede octrooi, deze keer voor het Zoetermeerse deel, de Zoetermeerse of Nieuw Drooggemaakte Polder. De droogmaking zou plaatsvinden onder de naam ‘Generale Bepoldering’ door de gemeenschappelijke besturen van Zoetermeer en Stompwijk.

Het Zoetermeerse deel bestond uit drie stukken land. Het eerste stuk land heette ‘Vier Bonnen Langeland’, ook wel kortweg Langeland genoemd. Dit stuk land lag tussen de Leidsewallen, de Elleboogsewetering, de Broekweg en de Vlamingstraat (toen nog een deel van de Voorweg) in. Het tweede stuk heette ‘De Leijens’ en lag tussen de Broekweg, de Elleboogsewetering, de Noord Aasche Vliet, de Meerpolder en de Swaert Sloot in. En het derde deel heette ‘De Buytenweg’ en lag tussen de Broekweg, de Swaert Sloot, de Meerpolder, de Scheisloot en de Voorweg in.

De Leidsewallendijk

De middeleeuwse leidsewallendijk werd een onderdeel van de ringdijk rondom de nieuwe polder. Op een aantal plekken was de dijk door de turfwinning doorgegraven. Hierdoor was de Leidsewallenwetering in onbruik geraakt en was het ‘Wallepad’ aan de westzijde van de dijk vervallen geraakt. In 1777 werden er herstelwerkzaamheden door Zoetermeer verricht. Hierbij werd ook het ‘Wallepad’ hersteld en daarna overgedragen aan Zegwaart. Wel mochten de Zoetermeerders hun vee over het pad laten lopen om water uit de wetering te kunnen drinken. Om een vaarverbinding mogelijk te maken naar de Grote Dobbe werd het pad onderbroken. Deze onderbreking is nog altijd te zien in Zoetermeer en bevind zich bij het huidige Marseillepad.

De polder werd drooggemalen door vier windmolens die het water uitsloegen op de Noord Aasche Vliet. Hierdoor viel de polder al in 1771 droog, zes jaar voor het herstel van de Leidsewallendijk. Het Zoetermeerse deel van de nieuwe polder had een oppervlakte van 684 hectare en tot 1877 zou het waterpeil in de polder beheerst worden door de vier oorspronkelijke windmolens. Daarna nam het stoomgemaal De Nieuwe Polder deze taak over en in 1977 kwam daar ook een vijzelgemaal bij die gebouwd werd bij het wijkwinkelcentrum De Leyens. In 1990 werd gemaal De Nieuwe Polder ontmanteld.

Bij het droogmaken van deze polder verdwenen, op de Leidsewallendijk na, vele plekken in het landschap die nog herinnerden aan de eerste ontginningen bij de Broekweg. De Swaert Sloot, waardoor het water oorspronkelijk richting het Zoetermeerse Meer stroomde, werd gedempt en alleen de Zwaardslootseweg bleef bestaan. De wetering langs de Broekweg werd teruggebracht tot een sloot. Door deze veranderingen verloor de Meerpolder de verbinding over het water met de dorpen Zoetermeer en Zegwaart en kwam het geïsoleerd in het landschap te liggen.

Als u meer wilt weten over dit verhaal, kijk dan ook op sachavanvlaardingen.wordpress.com.

-advertenties-

-goede doel-