In heel Zoetermeer komen vleermuizen voor, er zijn maar liefst 8 verschillende soorten die graag in onze stad vertoeven. De beestjes vallen niet zo op omdat ze ’s avonds en ’s nachts vliegen en daarbij nauwelijks geluid maken. Eigenlijk maken vleermuizen wel geluid, ze vliegen al roepend naar elkaar rond, maar dit is op zo’n hoge frequentie dat mensen dit niet kunnen horen.
Het Vleermuisplatform doet onderzoek naar deze nuttige beestjes, en brengt in kaart waar zij veel voorkomen. Zij doen dit door ’s avonds of ’s ochtends op zoek te gaan naar de kolonies van de vleermuizen. Ook kunnen zij met een ‘batlogger’ kijken welke en hoeveel vleermuizen er in een tuin rondvliegen.
Vleermuizen zijn nuttige beestjes, wist u bijvoorbeeld dat zo'n klein dwergvleermuisje wel 3000 muggen per nacht eet? Het zijn bijzonder schone beestjes, ze houden hun kolonie heel netjes, want hun jonkies wonen daar. En ze zijn niet gevaarlijk, ze mijden mensen liever dan dat ze contact zoeken.
Een vleermuismeting in Buytenwegh, bij het grasveld achter de gymzaal aan de Nesciohove, bracht aan het licht dat hier, midden in de wijk 3 soorten vleermuizen actief zijn: de gewone dwergvleermuis, de Ruige dwergvleermuis en de Rosse vleermuis. Op 1 avond werden er 7561 geluidsopnames gemaakt, dit betekent niet dat er duizenden vleermuizen rondvliegen, maar enkele dieren die al roepend een vaste route af leggen. De paartijd is voor veel vleermuissoorten aangebroken, ze hebben dan naast het gewone jachtgeluid ook nog sociale interactie met elkaar.
 |
 |
Waar de paring plaats vindt en hoe de mannetjes en de vrouwtjes elkaar vinden is nog voor een groot deel onbekend, iedere soort heeft zijn eigen strategie. Wel is bekend dat de mannetjes Dwergvleermuizen al roepend (baltsroep) rond vliegen op zoek naar vrouwtjes en als zij een vrouwtje tegen komen lokken ze deze naar hun verblijf waar de paring plaats vindt. Van de Rosse vleermuis weten we dat hij de vrouwtjes lokt vanuit een boom, waar overdag de paring plaatsvindt. De daadwerkelijke bevruchting vind plaats in het voorjaar als ze de winter overleefd hebben en weer voldoende zijn aangesterkt.
