2004 nachtvlucht scnefotocclaudiakamergorodskiTheatergroep Suburbia speelt de nieuwe Nederlandse toneeltekst van Ger Thijs, Nachtvlucht. De voorstelling wordt gespeeld door Khaldoun Alexander Elmecky, Nanette Edens, Lowie van Oers en Marit Hooijschuur. De regie is in handen van Albert Lubbers. Op vrijdag 13 november staat Nachtvlucht in het Stadstheater Zoetermeer. Toneelschrijver Ger Thijs geeft voorafgaand aan de voorstelling een inleiding. Meer informatie: www.theatergroepsuburbia.nl/voorstellingen/nachtvlucht

Vliegveld, vertrekhal. Avond valt, vlucht vertraagd. Daar zitten ze, de verlorenen die nu op weg naar een verre bestemming hoopten te zijn. De cameraploeg van HELLO/GOODBYE is net vertrokken, de winkels zijn dicht. Sommigen proberen te slapen, anderen irriteren elkaar. Vier acteurs spelen verschillende rollen in vele verhalen. Komisch en tragisch. Hollandse verhalen over liefde en verdriet. De ochtend daagt. Eindelijk kunnen ze vertrekken. Ze gaan naar buiten, daas, moe, met hun rolkoffers en hun rugzakken.

Ger Thijs is de afgelopen decennia uitgegroeid tot een van de belangrijkste toneelschrijvers van Nederland. Als speler, denker en schrijver weet hij wat een acteur nodig heeft, wat een regisseur wil zien en wat een publiek verwacht van een toneelstuk.

Hoe kun je zo veel rollen tegelijk spelen?

Acteur Alexander Elmecky: “Dat is niet zo ingewikkeld. Voor mij als acteur is het heel leuk om te transformeren. Ik doe dat door me vooral heel bewust te zijn van de vorm: een piloot of een oude minnaar is wezenlijk anders dan een nichterige homo. Maar iedere acteur doet dat op zijn eigen manier. Waar een ander heel klein en dicht bij zichzelf begint, begin ik juist met 'uitvergroot' te spelen. Regisseur Albert Lubbers geeft daar alle ruimte voor. Die laat je lekker zoeken en vliegen. Het lastige in dit stuk is wel dat je in een heel korte scène een hele wereld rond je personage moet creëren. Het doet me denken aan de groepen wielrenners die vaak door het dorp waar ik woon, fietsen. Ze rijden langs en dan hoor je soms flarden dialoog. Uit zo'n dialoog kun je van alles afleiden. Maar veel tijd daarvoor is er niet; je moet dat metéén kunnen vangen. Ook in dit stuk is er geen tijd om zo'n personage te laten ontwikkelen. Dat betekent dat je heel compact moet spelen. Meteen raak moet schieten. Er mag niks onduidelijk zijn. Het schakelen van het ene naar het andere personage moet heel gemakkelijk gaan en met zo weinig mogelijk middelen. Het fragmentarische geeft het stuk enorm veel vaart. Het heeft veel weg van mozaïekfilms als Short Cuts van Robert Altman, of Love Actually.”

Is er iets wat al die mensen verbindt?

“Je ziet dat de personages in het stuk een verlangen hebben naar iets van vroeger of naar iets dat nog gaat komen. Ze vragen zich allemaal af hoe ze moeten leven en hoe ze hun leven kunnen veranderen. Je kunt wel dromen, maar hoe zet je die droom om in een daad? In het stuk zit een vrouw die verlangt naar een liefde van vroeger. Ze vindt dat het roer om moet en gaat hem bezoeken in een ander land. Maar kun je je leven wel zomaar veranderen? Er zijn allerlei angsten, want er kan veel misgaan. Een adoptieouder vraagt zich af hoe het moet als de moeder haar kind terugwil. Het is steeds maar: wat als? Dit stuk gaat heel erg over de moed om te leven terwijl er zo veel mis kan gaan.”

Tekst: Brigitte van Meurs

-advertenties-

-goede doel-