wmoHet eerste uitvoeringsjaar van de nieuw taken op het gebied van jeugdhulp, Wmo en werk is bijna achter de rug. Een jaar waarin de gemeente en professionals zich optimaal hebben ingezet om Zoetermeerders die hulp nodig hebben zo goed mogelijk te ondersteunen. Vooraf was al veel werk verzet, maar ook erg opgezien tegen de veranderingen waarvan vorig jaar nog niet duidelijk was welke gevolgen dit zou hebben.

Continuïteit van de zorg stond voorop. Dat lijkt gerealiseerd. Best iets om trots op te zijn constateert het college van B&W in een rapportage aan de gemeenteraad.

Er gaat veel goed

Sinds 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor nieuwe taken op het gebied van jeugdhulp, Wmo en werk. Mariëtte van Leeuwen, coördinerend wethouder voor het sociaal domein: “De inspanningen die vooraf zijn gegaan aan de invoering van de nieuwe taken hebben veel opgeleverd. Er gaat gelukkig veel goed. Er is een prima basis gelegd in dit eerste uitvoeringsjaar om met vertrouwen het jaar 2016 in te gaan. Maar we zijn er nog niet. We merken steeds meer hoe complex het werkterrein daadwerkelijk is, we leren snel maar realiseren ons ook dat we nog steeds aan het begin staan van de transformatie.”

Een tegenvaller was dat de gemeente vanaf begin dit jaar wel de verantwoordelijkheid had maar dat de gegevens vanuit het Rijk ontbraken of te laat kwamen. Dit was bijvoorbeeld het geval met de persoonsgebonden budgetten. Mariëtte van Leeuwen: “Het was echt een stress-test voor de hele organisatie! Maar alle medewerkers hebben zich keihard ingezet om iedereen de zorg te geven die hij of zij nodig heeft.”

Wethouder Isabelle Vugs vult aan: Zo is er bijvoorbeeld de PGB helpdesk in het leven geroepen zodat cliënten sneller informatie kunnen krijgen”.

Financieel 2015 op orde

De gemeente verwacht dit jaar de nieuwe taken met het beschikbare geld te kunnen uitvoeren. De kosten van de jeugdzorg pakken hoger uit. Maar hier staat een meevaller in de kosten van de uitvoering van de Wmo tegenover. Dit voordeel komt doordat in de praktijk niet alle inwoners hun toegekende persoonsgebonden budget blijken te gebruiken en door een verschuiving naar meer gebruik van lichtere en goedkopere vormen van zorg, zoals dagbesteding. Het blijft echter onzeker of het financieel goed blijft gaan. Lang niet alle gegevens waarop de gemeente de prognoses baseert zijn ‘hard’ of aanwezig. Wel worden de financiële prognoses steeds betrouwbaarder.

Komende jaren zal de aandacht verschuiven naar preventie in plaats van maatregelen achteraf, als het al mis is gegaan. De aanpak ‘1 plan- 1 gezin’ wordt verder uitgebouwd en moet ervoor gaan zorgen dat de verschillende instanties nog beter met elkaar gaan samenwerken. Ook wonen zal in de toekomst een belangrijk deel worden in het sociale domein, zonder de eerste levensbehoeften zoals een dak boven je hoofd, is het niet mogelijk om aan andere problemen te werken aldus de wethouder.

-advertenties-

-goede doel-