In 2015 heeft de gemeente gesprekken gevoerd met alle inwoners met een indicatie voor de lichtste vorm van huishoudelijke hulp (HH1). Na de gesprekken houdt meer dan de helft van de klanten (62%) hetzelfde aantal uren hulp. Reden voor de gesprekken was het besluit van de gemeenteraad in april 2015 om HH1 als maatwerkvoorziening in tact te laten en niet uit te besteden aan de markt zoals eerder was voorzien. Met klanten werden de mogelijkheden besproken om taken zelf uit te voeren met behulp van het sociale netwerk, vrijwilligers of algemene voorzieningen.
Isabelle Vugs, wethouder zorg en welzijn: “Een groot pluspunt is dat we iedereen gesproken hebben, ruim 2400 klanten hebben een zogeheten keukentafelgesprek gevoerd. Hierdoor kunnen we maatwerk leveren en iedereen de hulp geven die nodig is.”
Meer zelf en samen doen
Uit de gesprekken bleek dat 27% van de klanten minder uren nodig heeft. In veel gevallen gaan zij zelf meer doen. Ook is er soms een verandering in de leefsituatie van een klant, waardoor minder hulp nodig is. Bijvoorbeeld als iemand niet meer zelf kookt waardoor de keuken minder vaak schoongemaakt hoeft te worden. In sommige gevallen gaan klanten gebruik maken van bijvoorbeeld boodschappenservice, glazenwasser of was-en strijkservice. Ook springen mensen uit het sociale netwerk, zoals buren, familie of mantelzorgers vaker bij. Er was ook een groep klanten (11%) die tijdens de gesprekken meer uren nodig bleek te hebben. Daarnaast komt 2% in aanmerking voor HH2. Dat is aan de orde als de situatie van de klant zo verslechterd is dat een zwaardere vorm van hulp nodig is.