Route MapAcht maanden heeft hij erover gedaan om in Nederland te komen. Een reis door vijf naties, vol ontberingen uit een land waarvan hij zegt dat “het recht er nooit tot wasdom is gekomen; politieke oppositie verboden is en onafhankelijke media of universiteiten verboden zijn.” Mengs Ghebremeskel is 1 van ongeveer 60 Eritreeërs met een verblijfsstatus in Zoetermeer. Op milde toon en met glinsterende ogen deelt de 24-jarige Mengs zijn verhaal van hoop. Hoop vermengt met de kwelling die hij heeft doorgemaakt.

Mengs komt uit Eritrea. Een land in het oosten van Afrika. Het grenst in het noordwesten aan Soedan, in het zuiden aan Ethiopië, in het zuidoosten aan Djibouti en in het oosten en noordoosten aan de Rode Zee. Aan de vrijheden van godsdienst en beweging zijn veel beperkingen verbonden. Willekeurige gevangenhouding, zonder beschuldiging of enige vorm van proces blijft er de norm. Duizenden bewoners hebben hun land verlaten om te ontkomen aan de onbegrensde militaire dienstplicht, een in het hele land bestaand systeem dat tot dwangarbeid leidt.

Mensensmokkelaars

Eritreeërs vormden, na Syriërs en Afghanen, de op twee na grootste groep vluchtelingen die de Middellandse Zee overstak. Ook Mengs waagde de overtocht. “Mensensmokkelaars eisten 9.000 dollar om me naar Europa te brengen,” vertelt hij. “Hoe ik dat forse bedrag bij elkaar kreeg? Ik leende wat geld van familie en vrienden en begon de moeilijke reis samen met twee vrienden. Toen ik op het grondgebied van Libië kwam, onderweg naar de Middellandse Zee, werd ik gevangengenomen door het Libische leger. Ik werd drie maanden illegaal gevangen gehouden tot ik losgeld had geregeld voor mijn vrijlating. Deze drie maanden waren verschrikkelijk. Ik werd steeds getreiterd, mentaal gemarteld en was getuige van het lijden en het sterven van medegevangenen.”

250 mensen

Uiteindelijk lukte het Mengs om in een houten boot met 250 andere mensen de Middellandse Zee over te steken. Een onvoorstelbare reis. “Op mijn tocht heb ik veel lichamen in staat van ontbinding gezien, verlaten in het landschap of op het water drijvend. We stonden op het punt te verdrinken toen de Italiaanse kustwacht ons redde.”

Zwaard van de verplichte militaire dienstplicht

Mengs en zijn negen broers en zusters komen uit het dorpje Shamboko. Hij wilde elektrotechnisch ingenieur worden, volgde die opleiding, maar stopte daar na een jaar alweer mee. “Ik had de keus tussen doorgaan met een opleiding die geen toekomstperspectief bood en in militaire dienst gaan. De werkomstandigheden in het leger zijn heel erg slecht en van de soldij kun je niet rondkomen. Daarom nemen mensen zoals ik het risico dat ze het leven erbij inschieten om hun dromen te volgen. Twee van mijn oudere broers zijn al naar Angola en Israël gevlucht. Het zwaard van de verplichte militaire dienst hangt nog boven het hoofd van mijn jongere broers in Eritrea,” zegt Mengs over zijn situatie.

Nederland

Mengs is heel goed te spreken over de Nederlandse instellingen waar hij mee te maken kreeg. “Ik ben goed opgevangen in Nederland, de faciliteiten in opvangadressen hier zijn heel veel beter dan ik had verwacht. Binnen twee maanden kreeg ik een beperkte verblijfsvergunning, maar ik moest wel meer dan een jaar in drie verschillende asielzoekerscentra wachten tot ik hier in Zoetermeer een huis kreeg. Hier ben ik heel goed gesteund door de mensen van Vluchtelingen Werk en de gemeente Zoetermeer. Ze hielpen me moreel en financieel om hier gesetteld te raken. Ik kreeg een computer en de kosten om de taal te bestuderen helemaal vergoed.”

Werken

“Ze vertelde me dat elke vluchteling ergens moet werken als vrijwilliger. Ik werd naar een fietsenreparatiebedrijf gebracht om daar mee te helpen. Op deze manier kun je je de werkcultuur hier eigen maken. Ik werk er nu tien maanden. Heb een paar reparatietechnieken geleerd, maar ik wil het liefst een mechanische of elektronische studie doen. Dat kan alleen niet volgens de regels. Ze benadrukken alleen dat je de taal moet leren, maar geven geen advies om verder te studeren als je ambities in die richting liggen.”

Cultuur

“Het is een nieuwe cultuur voor me, ik voel me hier vreemd, anders dan in mijn cultuur aarzelen Nederlanders om contact te maken met buren of met mensen in de straat waar ze wonen. Ik had de Nederlandse taal veel sneller geleerd als het contact met de Zoetermeerders sterker was geweest. Het is moeilijk om hier een nieuwe start te maken, al is het een land waar ik mijn dromen zou kunnen waarmaken,” lacht de 24-jarige Mengs.

 

Interview: Aamir Rana en Frans Rijkaart

-advertenties-

-goede doel-