dammenBram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week Dammen: Het kampioenschap van Parijs 1927

 In deze jaren werd nog steeds overgestapt van het romantische aanvalsspel met spectaculaire “tactische” winsten op het “verantwoorde positiespel” dat als vermeend doel had om op zijn minst remise te spelen. Hierdoor zou dammen wel eens de remisedood kunnen ondergaan. Met groot enthousiasme werd daarom in het Algemeen Handelsblad van 26-1-27 geconstateerd dat het kampioenschap van Parijs 1927 het bewijs leverde dat het damspel nog voldoende winstkansen bood, want met name de in Parijs wonende Nederlander Ben Springer won de ene partij na de andere! Bovendien werden ook de laatste partijen in het clublokaal van de “Damier Parisien” onder enorme belangstelling gespeeld. Springer won ook zijn laatste partij van de kampioen van Bordeaux Darrigan, toen die ongeduldig in het middenspel veel te vroeg tot de aanval overging, wat Springer gedegen weerlegde! Zo werd Ben Springer de kampioen van Parijs 1927 met 20/12 (9x winst, 2x remise en 1 nederlaag tegen Bizot); 2. Herman de Jongh 18; 3. Bizot 16; 4. Dumont 12; 5. Sonier 8; 6. Darrigan 7; 7. Sigal 3. Gezien de einduitslag vond het Algemeen Handelsblad dit toernooi een schitterende revanche voor het Hollandse spel tijdens het WK van 1925 dat immers afgetekend gewonnen werd door Bizot, met Fabre op de tweede plaats voor de kansloze Nederlanders waarvan Kees Keller beslag legde op de derde plaats.

Maar niet veel later was er de vierkamp van VAD tussen Haye, Damme, Springer en Keller en van de 18 partijen werden er maar liefst 16 remise gespeeld! Dus in het Damspel van 1927 is Keller allerminst te spreken over het vertoonde spel met als uitkomst “ellendig veel remises”. Springer viel hem tegen. Hij speelt ook het moderne, met remise genoegen nemende positiespel, het genre, dat misschien wel de ondergang van het spel dreigt te worden. Springer ziet ook veel minder op het dambord dan Keller had gedacht, want Springer werd verschillende malen verrast door wendingen die hij over het hoofd had gezien. Gelukkig was er nog één keer spektakel, en dat was de winst van Keller op … Springer! Zie flits 3. De eindstand van deze vierkamp was: 1. Keller 10/9; 2/3 Springer en Damme 9; 4. Haye 8. De eerste twee flitsen komen uit andere wedstrijden van Springer dan het KvP. Overigens, nadien zijn er meerdere ideëen aangedragen om de remisemarge te versmallen, maar geen van deze ideëen heeft een breed enthousiast onthaal gekregen.

                                 

                   nu 21-27?                                nu 30-25?                          na 32-27
149.1 Springer1 copy 149.2 Springer2 copy 149.3 Springer3 copy

 

Ben Springer – Jacob de Boer 2-0. Marseille 1924. Ogenschijnlijk kon De Boer schijfverlies herstellen: 21-27; 32x21 16x36, maar toen kwam 30-24!!! 20x29; 28-22 18x27; 37-32 27x40 en 45x5 (dam) en 2-0.

André Dumont – Ben Springer 0-2. 1926. 30-25? 4-10!!; 25x14 21-27; 32x21 23x32; 38x27 7-11; 14x23 18x49 (dam); 42-38 49x32; 27x38 16x27 met schijfwinst en even later 0-2.

Ben Springer – Kees Keller 0-2. Vierkamp VAD 1927. Keller haalt een zesklapper uit deze exotische stand! 25-30!!; 34x25 12-18; 23x3 (dam) 16-21 (een “plakker”); 3x29 (meerslag) en 21x41, +z, over zes schijven, inclusief dam!

Bram Doeves (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

-advertenties-

-goede doel-