Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: RBK met Slavenburg in 1967-68 landskampioen .
Na een slecht begin volgde een sterke eindsprint en het landskampioenschap 1967-68 voor RBK (Rotterdamse Bridgekring) bestaande uit de wereldkampioenen Slavenburg-Kreijns en Kallos-Haver. Het in meerdere opzichten onmogelijke was uiteindelijk toch geschied. Uit de eerste vier wedstrijden had RBK zonder Slavenburg slechts een degradatiescore van 7 van de 24 punten behaald. Maar met Slavenburg erbij voor de laatste wedstrijden werd alsnog de titel behaald. RBK dankte het behalen van het kampioenschap Meesterklasse viertallencompetitie NBB in belangrijke mate aan de fraaie 5-1 winst op Buitenhof. Bij Buitenhof-RBK was het ene spel nog sensationeler dan het andere. Het publiek zag RBK langzaam maar geleidelijk uitlopen naar een royale 5-1 overwinning. Het weekend van de laatste vier wedstrijden werd bijgewoond door een talrijk publiek dat via een groot demonstratietableau intens meeleefde. Bij de start van de laatste wedstrijd had RBK nog slechts een onmogelijk klein kansje. Alleen als de grootste kanshebbers Buitenhof en USS tegen elkaar 3-3 zouden spelen, en als RBK met 6-0 zou winnen van BTC, dan zou RBK toch nog landskampioen zijn. Maar deze “onmogelijkheid” gebeurde! In Het Parool van 10-2-68 liet Ton Schipperheijn een spel zien dat RBK zeer veel punten opleverde voor het uiteindelijke kampioenschap. Haver-Kallos speelden ditmaal nu eens de hoofdrol.
Spel 40. Noord/Niemand. Uit viertallencompetitie RBK-Buitenhof
Ene tafel. Kreijns-Slavenburg boden als OW vier schoppen dat gedoubleerd werd gemaakt. NZ hadden al moeite genoeg om nog drie slagen te maken!
Andere tafel. Aan de andere tafel boden Haver-Kallos (NZ) na vier schoppen van OW nog vijf harten, gedoubleerd door West. Dit contract kan op vele manieren down, maar het werd in de praktijk gemaakt en dus bedolven onder een puntenlawine. West kwam uit met schoppenaas. West vervolgde met een klavertje. Oost de heer, Zuid het aas. Zuid speelde hartenaas en harten na. West nam en speelde nu een schoppen in de “dubbele renonce”. Zuid troefde en speelde nog twee keer troef waarop Oost de dekking in één van de lage kleuren moest opgeven. Contract gemaakt.
Bram Doeves (