schaakIn deze serie belichten we spannende momenten uit de schaakgeschiedenis. Leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze rubriek in samenwerking met Bram Doeves is voor alle denksportliefhebbers uit Zoetermeer! Deze week: Geschiedenis Hoogovenstoernooien: 1950 – 1951

 

Op 7-1-1950 begon in Beverwijk het 12e Hoogovenstoernooi met een internationale groep, onder meer met de sterke Fransman Rossolimo. Aan Nederlandse zijde deed naast Max Euwe voor het eerst ook de jeugdige Donner (21) mee. Het jaar ervoor had hij een goed resultaat bereikt in de hoofdklassegroep, waardoor de wedstrijdcommissie hem de kans gaf om zijn talent verder te ontwikkelen in de hoofdgroep. In de vierde ronde kregen de beide cracks Euwe en Rossolimo allebei een sensationele nederlaag te verwerken. Rossolimo kreeg klop van Van Scheltinga en Euwe overkwam hetzelfde tegen de Belg Van Seters. Hierdoor kwam verrassend de jeugdige Donner alleen op kop met 3,5/4. Tot verrassing van velen bleef Donner heel sterk opereren: zonder nederlaag, met remises tegen Euwe en Rossolimo, behaalde Donner verdiend de eerste plaats met de indrukwekkende score van 7/9. De kranten van toen schreven dat het resultaat van het Hoogovenstoernooi zelden verrassender was dan dat van het twaalfde toernooi; en Donner had zich in één klap onder de sterkste Nederlandse schakers geschaard! De eindstand was: 1. Donner 7/9; 2-3. Max Euwe en Rossolimo 6; 4. Cortlever 5,5; 5. Van Scheltinga 5; 6. Van Seters 4,5; 7. Henneberke 4; 8. Kramer 3; 9. Soultanbieff 2,5 en 10. Hugot 1,5.

In het 13e Hoogovenstoernooi in 1951 begon Donner echter door grove fouten heel slecht met 0/4 en gezien de sterke bezetting in 1951, kon Donner een herhaling van zijn geweldige prestatie van 1950 gelijk al wel vergeten. In de tweede toernooihelft herstelde Donner zich fraai met 3,5/5 en met goed schaak, zoals tegen Rossolimo die hij een remise afdwong. De buitenlanders overheersten het toernooi en legden beslag op de eerste twee plaatsen. Eindstand: 1. Pilnic (Joego-Slavië) 6,5/9; 2. O’Kelly (België) 6; 3-4. Kramer en Kieninger 5,5; 5-6. Poulsen en Rossolimo 5; 7. Van Seters 4; 8. Donner 3,5; 9. Stumpers 2; 10. Paloma 1,5.

 

                              Na Tb7, nu ... f6?                                             na Pdc3
Reshevsky Samuel Herman Gligoric Svetozar 1950 Tartakower Saviely Najdorf Miguel 1950

 

De stellingen komen uit het wereldschaaktoernooi te Amsterdam 1950 waar onder de 20 deelnemers zich de beste schakers van de wereld bevonden, alleen ontbraken helaas de Russen. Door constant voortreffelijk spel won Najdorf ongeslagen het toernooi, Reshevsky werd tweede. Euwe had bij winst in de laatste ronde nog vierde kunnen worden, nam eindelijk eens risico’s, en verloor in die laatste ronde zijn eerste partij. De eindstand bovenaan. 1. Najdorf 15/19; 2. Reshevsky 14; 3. Stahlberg 13,5; 4-5. Gligoric en Pirc 12; 6-7 Euwe en Pilnik 11,5; 11. Donner 8,5; 14. Van Scheltinga 7,5.

Reshevsky – Gligoric 1-0. Amsterdam 1950. Na f6 was het als volgt fraai uit: Tb8 en 1-0 want Kg7; Pe6+ met vork op koning en toren!

Najdorf – dr. Tartakower 1-0. Amsterdam 1950. Najdorf speelde ook tegen zijn oude leermeester. Voor de WO II speelden zij aan bord 1 (Tartakower) en bord 2 voor Polen. Beide Joodse schakers ontsnapten aan de moordpartij op 5 miljoen Poolse Joden doordat zij in 1939 meededen aan de schaakolympiade in Buenos Aires. Hierna werd Tartakower Fransman en Najdorf Argentijn. Sindsdien zijn de krachtsverhoudingen wel wat gewijzigd. Na Pcd3 wint Najdorf door ruiltjes en een schaakje de loper en dreigt met spoedig mat: …Lxc3+; Pxc3 Dxg3+; Kd1 Pxc3+; Dxc3 en Txe3 en 0-1!

Bram Doeves (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

-advertenties-

-goede doel-