Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: 1976: het jaar van de “spelverruwing” van het Topbridge
Voorafgaand aan de start van de nationale viertallencompetitie in 1976 voorspelde André Boekhorst (NBB-bestuurder) al een afscheid van de “goeie ouwe tijd” waarin topbridge het terrein was van oudere heren bij nog nauwelijks te bekennen jeugd. Dat het zo’n drastische verandering zou worden, had ook André vermoedelijk niet gedacht. Maar de acht teams van de Meesterklasse 1976 kon men kwalificeren als “zeer jeugdig” tot als “mix van jong en oud”. Dit als effect van 20 jaar intensieve jeugdpropaganda (inclusief nieuwe trainingsmethoden) van de NBB op de middelbare scholen en universiteiten. Met name het pas gepromoveerde Utrechtse BCO zag de nieuwe competitie met zorg tegemoet, ook al zou Bob Slavenburg uit Marokko meespelen. Bij zijn rentree in de Meesterklasse leidde Bob zijn nieuwe club in het eerste weekend naar de middenmoot. Maar Filarski zag al in De Telegraaf dat het duo Slavenburg-Boekhorst nog te weinig ingespeeld was. Het vervolg was inderdaad bedroevend. BCO degradeerde door nederlagen van 20-(-3) en 17-3, ook al deed Bob mee. In NRC Handelsblad beschreef “onze bridgemedewerker” (vermoedelijk Bob van de Velde) de grimmige sfeer tussen jong en oud op pakkende wijze. Het tweede centrale speelweekend in het Utrechtse Denksportcentrum De Remise kenmerkte zich door tal van incidenten tussen de senioren en de “junioren”. Hierna volgt alleen wat Bob Slavenburg overkwam. Als “natuurlijke bieder” werd hij geconfronteerd met gecompliceerde biedsystemen op de systeemkaarten van jongeren. Met de bijbehorende vragen gaf dit alles veel misverstanden en irritaties. Zo beet een speler van Studiecentrum de toch alleszins hoogbegaafde Bob Slavenburg toe “je hebt toch zeker wel verstand van je moeder meegekregen”. Over de aanpak van deze “spelverruwing” merkte André Boekhorst in de Volkskrant nog het volgende op. Disciplinaire straffen van de NBB waren voorheen zo uniek, dat de toen door de NBB getroffen strafmaatregelen insloegen als een bom. In twee van de drie gevallen ging het over het “uitschelden” van de arbiter met termen als “incompetent zootje”. Vroeger versluierden hoofse manieren en beschaafde salontaal onenigheidjes tussen spelers in smoking in Hotel Des Indes. Maar in 1976 werd het arbitreren bij snel oplopende emoties verschrikkelijk moeilijk. Zo’n emotioneel sfeertje bemoeilijkte het beheerst aanhoren van de beslissing van de arbiter, bij soms een volstrekt onvermogen van jongere spelers om tegenvallers te accepteren… Hieronder volgt een spel van Slavenburg-Boekhorst uit de viertallen-Meestercompetitie 1976.
Zuid/NZ
Een vier-schoppencontract NZ van Slavenburg-Boekhorst
André Boekhorst op Zuid opende met één harten en Bob zei één schoppen. Twee schoppen was een gemakkelijk tweede bod voor André. En Bob verhoogde zonder aarzelen tot vier schoppen. Oost begon met zijn drie schoppen te maken en switchte toen naar harten. Maar de volgende tien slagen waren probleemloos voor NZ. Aan de andere tafel was 3SA down gegaan. De schoppenkleur was daar helemaal niet eens genoemd. Zo ging het vaak met Bob Slavenburg. Het was helemaal geen goed bridge, maar hij had vaak succes omdat de tegenstanders tegen hem niet in hun scherpste spel kwamen. Dit en andere verhalen over Bob Slavenburg kunt u uitgebreider nalezen in het boek Geheugenwonder Bob Slavenburg, door Bram Doeves, te koop bij de NBB-bridgeshop in Utrecht: https://bridgeshop.nl/nl/geheugenwonder-bob-slavenburg-wereldkampioen-bridge-1966 ad € 12,95.
Bram Doeves (