Maatschappelijk werker Mark Neijssel werkt voor Kwadraad, waar hij mensen met de meest uiteenlopende vragen ondersteunt. Naast individuele- en echtpaargesprekken ligt zijn hart bij het begeleiden van groepstrainingen.
Klein en dapper
Joelend en stoeiend komen er acht kinderen ons lokaal binnen rennen voor een Brede School activiteit: “Stop! Dit is mijn grens!” Met luide stem vraagt mijn collega de aandacht van de kinderen. Ze wijst naar een regel die we op het bord hebben geschreven: “Alles wat normaal is, mag!”. Zij legt uit dat iedereen wel weet wat we onder normaal gedrag verstaan en dat ze anders op hun gedrag worden aangesproken.
Ik kijk naar Josje. Een stoer en stevig meisje met een flinke bos haar, dat ze in een losse staart draagt waarbij er plukken haar los langs haar hoofd hangen. Josje houdt van in bomen klimmen en zit op voetbal. Ze beweegt continue waarbij ze steeds aan de kleding van haar buurmeisje plukt en vervelende opmerkingen maakt.
Ik vraag aan Josje: “Josje, is dit normaal?”
Met grote ogen kijkt ze me aan. “Nee”, antwoordt Josje.
“Oké”, zeg ik. “Dus, wil je daarmee ophouden?”.
Josje knikt instemmend.
We gaan verder met de training en Josje is af en toe nog druk maar een verwijzing naar ‘normaal gedrag’ is voldoende om haar aandacht terug bij de les te krijgen. Ook tijdens een rollenspel waarbij de kinderen een praktijkvoorbeeld uitspelen en oefenen, krijgt Josje veel complimenten.
Na de laatste training komt Josje naar me toe. Ze wil met me praten. We gaan zitten en Josje begint zenuwachtig op haar stoel te draaien. Ze perst haar lippen op elkaar en haar mond vormt zich als een streep. Dan begint ze te vertellen over haar ouders die vaak ruzie hebben. Haar moeder gaat regelmatig voor een poosje met vakantie. Haar ogen staan droevig als ze zegt dat ze haar moeder hoort vertellen dat ze van plan is om ‘een vakantieliefde te nemen’. Met gebogen hoofd vertelt Josje dat ze vaak alleen thuis is met haar 18-jarige broer. Als haar ouders niet thuis zijn, wordt haar broer altijd heel snel kwaad op haar en slaat haar dan met zijn riem.
“Met de gesp van zijn riem”, fluistert Josje. Haar lip begint te trillen, maar zo stoer als ze is, perst ze haar lippen opnieuw op elkaar en recht ze haar rug. Ik ben diep onder de indruk van Josje als ze haar stoere schild laat vallen en ze openlijk haar probleem vertelt.
De training heeft de basis gelegd voor een vertrouwensband en een gevoel van veiligheid. Ik ben trots op Josje en vind het bijzonder dat ze mij in vertrouwen durft te nemen. Samen bedenken we een plan voor een goede overdracht aan een vertrouwenspersoon binnen haar school.
Alle kinderen nemen iets mee van de training, maar voor sommigen betekende het een kans om te worden geholpen.
Mark Neijssel
Kijk voor alle 'Kijk in mijn praktijk' columns hier: www.zoetermeeractief.nl/z-meerders/columns/kijk-in-mijn-praktijk