Hoeveel jubilerende bruidsparen heeft hij al niet bezocht? Op hoeveel basisscholen kwam hij wel niet op bezoek? Burgemeester Charlie Aptroot. Vijf jaar burgemeester van Zoetermeer. Altijd stralend aanwezig bij de viering van hoogtepunten in het leven van ‘zijn’ Zoetermeerders. Vereerd door het bezoek van de koning en de koningin in maart.
Maar ook een man met letterlijk een torenhoge ambitie: ervoor zorgen dat het aantal Zoetermeerders niet minder wordt. Want krimp dreigt volgens Aptroot. Om die te voorkomen is een daadkrachtige besluitvorming voor hoogbouw in de stad nodig, vindt de burgemeester. Pas dan kunnen de voorzieningen goed op peil blijven. Pas dan kan er bijvoorbeeld gepraat worden over de komst van een nieuw zwembad.
Familieman
“Natuurlijk heb ik mijn taak als lid van het College. Het team moet goed draaien. De gemeenteraad moet goed functioneren. Ik praat mee over de gemeentebegroting enzovoorts. Maar ik zie het als mijn belangrijkste taak om er te zijn voor de inwoners van de stad. In voor- en tegenspoed. Ik heb een familie van 125.000 Zoetermeerders, zo voel ik dat”.
Bij de nieuwjaarsvoorstelling in het Stadstheater geeft hij 700 stadsgenoten persoonlijk een hand. Ook haalt hij ieder jaar de deelnemers aan de rolstoelvierdaagse enthousiast binnen. Bij drie avonden over de opvang van vluchtelingen begroette hij iedereen persoonlijk. Hij geniet van het contact met ‘zijn’ Zoetermeerders.
Aptroot leeft minstens zo hard mee met de minder prettige gebeurtenissen. Hij vertelt: “Een van de dingen die mij de afgelopen vijf jaar het meeste heeft aangegrepen, was de ramp met de MH-17, waarbij twee Zoetermeerse slachtoffers omkwamen. Ik kende ze persoonlijk. Dat vond ik heel heftig. Wat ook veel impact op me heeft gehad is de gewelddadige overval op twee Zoetermeerders op leeftijd in hun eigen huis, onlangs. Een bedreiging in eigen huis is verschrikkelijk.”
“Als je geen mensenmens bent, red je het niet als burgemeester”
Soms hondenbaan
“Het burgemeesterschap is de leukste baan die er is maar soms is het een hondenbaan. Ik ben dag en nacht bereikbaar, bijvoorbeeld als er zaken spelen die met de veiligheid van de stad te maken hebben. Ik moet moeilijke beslissingen nemen die mensen persoonlijk raken. Bijvoorbeeld iemand gedwongen laten opnemen in een psychiatrische inrichting (die beslissing neemt de burgemeester, red.) of een huisverbod opleggen. Zo’n huisverbod leg ik zo’n 40 keer per jaar op. In zo’n gezin is vaak sprake geweld, waarbij vaak ook kinderen betrokken zijn. Dat raakt mij diep. Gelukkig kan ik mijn verhaal kwijt aan mijn vrouw. Dat is voor mij heel belangrijk. Ik kan het wel loslaten, maar heb er soms wel even tijd voor nodig.”
Als hij één ding heeft geleerd van het burgemeesterschap is het wel, dat je er een mensenmens voor moet zijn. “Anders red je het niet,” denkt de burgemeester. “Ik geniet ervan om met mensen te praten. Ik was laatst voor de tweede keer bij een 65-jarig bruidspaar op bezoek. Vijf jaar geleden was ik daar ook al. Het leuke is, dat we de tweede keer net zoveel te bespreken hadden als toen. Ik neem graag de tijd voor de mensen. Het gaat om de mensen, niet om Charlie Aptroot.”
Aptroot gaat voor Zoetermeer
Sinds 16 januari van dit jaar is Aptroot ook waarnemend burgmeester van Wassenaar, de gemeente waar hij lange tijd woonde en voor zijn partij, de VVD, in de gemeentepolitiek werkte. Hij houdt hier ‘binnen afzienbare tijd’ mee op: “Ik heb gekozen voor Zoetermeer en wil me weer voor 100% op Zoetermeer gaan richten.” Zijn ambtstermijn loopt op 3 september 2018 af. ”Als de gemeenteraad het goed vindt, kan ik nog twee jaar door. Daarna moet ik met pensioen omdat ik dan 70 ben.”
Veel mensen vragen zich af hoe de burgervader aan zijn bijzondere voornaam komt: de Engelse naam Charles, later Charlie. Hij wil er niet te uitgebreid bij stilstaan. “Het heeft te maken met mijn Joodse achtergrond. Mijn ouders hebben er als een soort bescherming voor gekozen mijn broer, zus en mij Engelse namen te geven, voor het geval we ooit weer zouden moeten vluchten.”
Niet zomaar opendoen
De belangrijkste taak van de burgemeester is zorgen voor de openbare orde en de veiligheid in de stad. Hij is baas van de politie en de brandweer. Aptroot heeft elke dag contact met de politie. Elke maandagochtend heeft hij werkoverleg met ze. “We zijn voortdurend bezig met de vraag hoe we de stad veiliger kunnen maken. Zo zijn we een programma gestart om mensen te waarschuwen de deur niet te gemakkelijk open te doen ’s avonds. Zeker oudere mensen moeten dat niet doen. Ook moeten mensen wat gemakkelijker 112 durven te bellen. Natuurlijk niet voor een scheefliggende stoeptegel, wel als ze iets zien waarvan ze denken dat het niet pluis is.” Aptroot trekt jaarlijks de wijken in voor veiligheidsbijeenkomsten. Belangrijk vindt hij de Whatsappgroepen in de buurten, waarmee buurtbewoners elkaar op de hoogte stellen van verdachte situaties.
De eerste man veiligheid waakt er ook voor dat Zoetermeerders niet in eigen stad, maar ook niet ergens anders een aanslag plegen. Precieze aantallen van jihadisten (mensen die met geweld een bepaalde versie van de islam willen opleggen aan de samenleving, red.) kan hij niet geven. Wel vertelt hij dat er een programma loopt om radicalisering te herkennen en te bestrijden. Er is overleg met scholen en wijkagenten.“Er zijn bijvoorbeeld gespreksgroepen met islamitische jongeren. Ik ga ook zelf één keer per jaar met ze in gesprek. Ik wil weten wat er leeft.”
Probleemjongeren
In de wijk Palenstein is volgens de burgemeester een groep van dertig tot veertig jongeren die zich slecht gedraagt en soms een grimmige sfeer creëert. “Ik ga een pittig gesprek met hen niet uit de weg. ” Individuele ‘gevallen worden bij hem aan tafel besproken met de reclassering en andere betrokken partijen.. Zo was er eens een jongen die weer het criminele pad op dreigde te gaan. “Wij zochten iets positiefs. Hij heeft één passie, en dat is sport. De gemeente heeft toen het afmaken van zijn sportopleiding betaald. Ik kwam hem laatst tegen: een hele stoere jongen. Het gaat goed met hem. Hij is sportfunctionaris en trots op de twee dochtertjes die hij inmiddels heeft. Hij is zelfs rolmodel voor andere probleemjongeren geworden. Dit vind ik heel mooi.” Zo zijn er nog meer zogenoemde laatste kansgesprekken met jongeren, de wijkagent en de burgemeester. Volgens Aptroot zijn er zo’n 80 probleemjongeren – hij noemt ze zorgenjongeren, jongeren die crimineel gedrag vertonen of de neiging hebben tot crimineel gedrag - in de stad in beeld.
Zoetermeer de lucht in
Wat heeft de burgemeester na vijf jaar burgemeesterschap nog op zijn verlanglijstje staan? Wat kan beter? “Ik zou willen dat er meer vaart gezet wordt achter het vernieuwen van de stad, achter het in gang zetten van de woningbouwplannen voor 16.000 woningen. Dat proces is moeilijk vooruit te branden. Het gaat allemaal heel traag in Zoetermeer. Inspraak is goed, maar soms moet je knopen doorhakken. Soms moet je zeggen: voor de meerderheid van de bewoners is een snelle beslissing belangrijk, dus doen we het. Ook al vinden een paar mensen het niet leuk. Er is een schreeuwende behoefte aan jongeren- en aan seniorenwoningen. Als we het groene leefklimaat willen behouden in de stad en als we het inwonertal op peil willen houden, moeten we de lucht in met hoogbouw. Ouderen willen bijvoorbeeld graag naar flats in het centrum omdat ze dan in de buurt van de voorzieningen wonen. Dan laten zij weer een eengezinswoning achter, waar ook grote behoefte aan is. Veel Zoetermeerse jongeren zouden ook prima in hoogbouw terecht kunnen in het centrum. Denk aan Cadenza (er is een plan voor 170 nieuwe woningen in een 70 meter hoge toren, tegen de bouw waarvan veel protesten zijn, red.). Zoetermeer moet de moed hebben om te vernieuwen door binnenstedelijk te bouwen. Ondergrondse parkeergarages horen daar ook bij. Het kan wel: kijk naar Leiden, daar durven ze binnenstedelijk te bouwen. Het lef dat de stad vijftig jaar geleden had door te bouwen, is nu weer nodig om de stad te versterken. Dit is wat ik wens voor de stad: moed om te vernieuwen.”
Zwembad
Natuurlijk vragen we, of de burgemeester iets kan betekenen voor de komst van een nieuwe openbaar zwembad. Veel Zoetermeerders snakken daarnaar. Aptroot lacht en licht toe: “Er zijn twee klachten van inwoners die in die vijf jaar van mijn burgemeesterschap telkens naar boven komen: het zwembad en het onderhoud van het groen en de straten en de stoepen. Op dat laatste is vroeger inderdaad bezuinigd. En er is besloten om een van de drie zwembaden te sluiten.
Op dit moment vind ik het vasthouden van de bevolking voor de stad de grootste prioriteit. Ik ga voor een gezonde stad. Eerst moeten we als stad vaart maken met de bouwplannen voor hoogbouw. We moeten geen krimpgemeente worden. Dat is wat nu dreigt. Pas als je voldoende inwoners hebt, heb je genoeg geld om de voorzieningen zoals bijvoorbeeld een zwembad op peil te houden of uit te breiden.”
Tekst Rita Soutendijk en Christa van der Hoff
Fotobewerking: Anas Kattan, Shadow Productions
Foto's door: Mark Neijssel en Patricia Munster