Weet u wat uw straatnaam betekent? In Straat in beeld zoeken wij de informatie achter het blauwe bordje uit. Nederland herdenkt in 2019 en 2020 ‘75 jaar Vrijheid’. De komende weken belichten we een aantal straatnamen met een link naar de Tweede Wereldoorlog. Vandaag de Hannie Schaftrode in Buytenwegh.
De Hannie Schaftrode is in ieder geval geen rechte straat, maar heeft vele bochten en loopt in een u vorm | Voor een deel loopt de straat parallel aan de Muzieklaan, de Hannie Schaftrode is bij de Hannie Schaftflat een ventlaan van de Muzieklaan |
De Hannie Schaftrode is een straat in de wijk Buytenwegh, wijk 17. De straat ligt is een zijstraat van de Muzieklaan en gaat over in de Schubertrode. De straten in deze buurt zijn verder veelal vernoemd naar componisten.
Het laatste deel van de straatnaam ‘rode’ is een woord dat stamt uit het Middelnederlands (gesproken tussen 1200 en 1500). Rode – ook bekend als rade, roy en ray – is een stuk bos of heide dat vrijgemaakt was zodat het geschikt was voor landbouw. Het stamt af van het Oudnederlandse woord rotha, dat weer komt van het Germaanse werkwoord ryddan dat verwijderen betekent (vergelijk het met het Nederlandse ‘rooien’ en ‘uitroeien’, het Duitse ausrotten en het Engelse to rid). Het verwijst in deze samenstelling niet naar de kleur rood.
En dan de naamgever van de straat. Wie was Hannie Schaft? Ze was een communiste en een verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze werd geboren als Jannetje Johanna Schaft in Haarlem op 16 september 1920 en werd doodgeschoten door de Duitsers op 17 april 1945 in Bloemendaal, vlak voor de bevrijding. Ze was bekend als het ‘meisje met het rode haar’. Zij werd als enige vrouw na de oorlog herbegraven op de erebegraafplaats in Bloemendaal. Mensen schreven boeken over haar en er is zelfs een film over haar leven. Nog elk jaar herdenken mensen haar in het Kenaupark in Haarlem.
Het leven van Hannie
Hannie Schaft werd geboren op 16 september 1920 als Jannetje Johanna Schaft in Haarlem. Haar roepnaam was Jopie of Jo. Haar vader en moeder Jo waren socialistisch (‘links’). Aan tafel spraken ze vaak over het nieuws in de krant of op de radio. Toen Jo zeven jaar was, stierf haar oudere zus Annie aan difterie, een besmettelijke ziekte waar toen nog geen inenting tegen bestond. Haar ouders waren daarna altijd erg bezorgd om haar. Ze moest altijd een vest aan om te zorgen dat ze niet zou kouvatten. En ze waarschuwden haar altijd dat ze goed uit moest kijken op straat.
Als kind was ze erg verlegen en had geen vrienden. Ze werd soms gepest omdat ze sproeten had en rood haar. Na de lagere school ging ze naar de HBS (net zoiets als het vwo nu). Ook daar had ze geen vrienden. Ze wilde alleen maar leren en het hoogste cijfer van de klas halen. Meestal lukte dat wel.
Nationaalsocialisme
De familie van Jo Schaft maakte zich grote zorgen toen Hitler in 1933 aan de macht kwam in Duitsland. Hitler en zijn aanhangers (nazi’s) haatten Joden, zigeuners, gehandicapten en homo’s. Wie het niet met hem eens was, werd opgesloten. Ze werd nog banger toen in Nederland de NSB veel stemmen kreeg. Die partij had net zulke ideeën had als Hitlers partij, de NSDAP.
Studie
Jo ging in 1938 Internationaal Recht studeren in Amsterdam. Ze droomde ervan om later in Genève te werken aan de wereldvrede. Gelukkig werd ze nu niet gepest en maakte vrienden en ging uit. Ze raakte bevriend met Philine Polak en Sonja Frenk, twee Joodse studentes. Jo wilde helpen toen de nazi’s in 1939 Polen binnenvielen. Via het Rode Kruis stuurde ze maandenlang pakjes naar gevangen Poolse officieren.
De bezetting begon op 15 mei 1940 toen Duitse soldaten door de Nederlandse straten marcheerden. Toch veranderde er in eerste instantie niet zo veel. Jo moest studeren en slaagde op 1 juli voor het eerste deel van haar studie (kandidaatsexamen). Samen met haar vriendinnen Annie en Nellie huurde ze een zolderkamer in Amsterdam. Ze luisterden naar de illegale zender Radio Oranje en namen wel eens illegale blaadjes mee van de universiteit. Als Duitse soldaten Jo de weg vroegen, keek ze de andere kant op. Meer kon ze toen niet doen.
Jodenvervolging
Vanaf de lente van 1942 moesten alle Joden een ster op hun kleding dragen. Ze mochten niet meer fietsen of met bus, tram of trein reizen. De Duitsers stelden een avondklok in. Joden mochten ’s avonds en ’s nachts niet naar buiten. Eigenlijk mochten ze niks meer. Jo stal in de kleedkamer van het zwembad twee persoonsbewijzen (een soort ID-kaarten). Met deze valse ID-kaarten redde ze het leven van haar Joodse vriendinnen Sonja en Philine. Ze hielp ze ook aan een onderduikadres.
Raad van Verzet
Jo wilde veel meer doen in het verzet. Daarom werd ze in de zomer van 1943 lid van de Raad van Verzet, een Haarlemse verzetsgroep. Ze werd koerier. Ze vervoerde illegale krantjes en wapens, bracht berichten over tussen verschillende verzetsgroepen en hielp onderduikers naar onderduikadressen. En ze verzamelde inlichtingen over de nazi’s en hun verdedigingswerken om die door te geven aan Engeland.
Jo wordt Hannie
Jo deed steeds meer in het verzet. Daardoor ontstond het gevaar dat ze werd herkend door haar rode haar. Daarom verfde ze het zwart en zette ze een brilletje op. Haar naam veranderde ze in Hannie. Ze sliep steeds ergens anders. Haar ouders zag ze bijna niet. Dat was veel te gevaarlijk. Op een dag pakten de nazi’s haar ouders toch op. Ze hoopten dat Hannie zichzelf dan zou aangeven. Ze kwam erg in de verleiding om dat te doen, maar vrienden overtuigden haar dat de nazi’s haar ouders ook niet zouden laten gaan als ze dat zou doen. Na een paar weken lieten ze haar ouders weer vrij.
Leren schieten en aanslagen plegen
Hannie kreeg schietles. Samen met andere leden van de groep pleegde ze aanslagen op verraders, Nederlanders die samenwerkten met de bezetters. Dit waren politiemensen, NSB’ers of verklikkers die veel verzetsmensen en Joden verraadden. Meestal deden die mensen dat om zichzelf of anderen te beschermen. Bij een van die aanslagen werd een van Hannie’s vrienden, Jan Bonekamp, neergeschoten en overleed. Daar was ze lange tijd zeer verdrietig om.
Opgepakt
Op 21 maart 1945 – anderhalve maand voor het einde van de oorlog – werd Hannie gearresteerd bij een controlepost. De soldaten vonden illegale kranten in haar fietstas en een pistool. Onderweg naar de gevangenis in Amsterdam herkende iemand haar als Hannie Schaft, het ‘rothaarige Mädel’ (het meisje met het rode haar). Ze waren al heel lang naar haar op zoek, want er waren veel aanslagen geweest waarbij getuigen een ‘meisje met rood haar’ snel hadden zien wegfietsen. Hannie werd alleen in een cel gegooid, ver van de andere gevangenen. Ruim drie weken lang verhoorden de nazi's haar dag en nacht. Slapen ging niet. Net als veel ‘verdachten’ probeerde ze haar aan het praten te krijgen via marteling. Het enige dat ze toegaf was een aantal aanslagen. Maar veel wijzer zijn ze niet geworden.
Op 17 april 1945 – achttien dagen voor de bevrijding – brachten de nazi’s Hannie Schaft naar de duinen tussen Haarlem en Bloemendaal en schoten haar dood. Ze was nog maar 24 jaar. Na de oorlog vonden mensen in de duinen massagraven van honderden verzetsstrijders die daar waren doodgeschoten. 371 mannen en Hannie Schaft, als enige vrouw, werden herbegraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal.
Zie voor een overzicht van alle straten:
Bronnen: Wikipedia
www.hannieschaft.nl
Tekst: Marije Ronteltap
Foto's straat: Rita Soutendijk