Zeventig jaar geleden werd in de Molenstraat en de Rokkeveenseweg de allereerste riolering in het dorp in werking gesteld. Het rioolwater werd toen nog in de Tocht van de Binnenwegse Polder gepompt. Hier kwam een eind aan met de bouw van de zuiveringsinstallatie aan de Rokkeveenseweg in 1959-1960.
Aanleg riolering tussen 1950 en 1960, ter hoogte van Stationsstraat nr. 32 t/m nr. 42 en nr. 44.
De installatie had een capaciteit van maximaal 950 kubieke meter rioolwater per uur. Gemiddeld leverden Nutricia en Brinkers 350 kubieke meter afvalwater per uur en de gemeente 110 kubieke meter. Dit rioolwater werd door vijf pompen, met ieder een capaciteit van 190 kubieke meter, opgepompt uit verzamelbassins die zich onder het pompgebouw bevonden. In deze bassins werd het rioolwater verzameld dat via de rioleringsbuizen werd aangevoerd. Bij droog weer werd het water door drie pompen verwerkt, bij regenval schakelden de andere twee pompen automatisch in en zodra het waterniveau weer zakte schakelden die twee pompen één voor één weer uit. Bij het oppompen van het rioolwater passeerde het vuile water eerst een snijrooster dat bijvoorbeeld stukken hout tegenhield.
De 5 pompen die het rioolwater omhoog pompen
Vanuit de verzamelbassins werd het rioolwater eerst overgepompt naar de zandvang. Deze bestond uit een aantal goten op een hoogte van ongeveer 3,50 meter boven het maaiveld waar het water met een snelheid van 30 centimeter per seconde door heen stroomde. Hierbij zakte het zand in het water naar de bodem van de goot en stroomde de rest van het water naar een mengtank. In deze tank, met een hoogte van ongeveer 7 meter en een diameter van ongeveer 6 meter, werd het afvalwater gemengd met zuivelwater en belucht met behulp van een soort propeller. Het zuivelwater was het afvalwater afkomstig van de zuivelfabriek van Nutricia dat via een apart riool naar de rioolzuiveringsinstallatie werd getransporteerd.
Slijk, humus en compost
Na 20 minuten stroomde het mengsel naar een voorbezinktank. Deze tank had een hoogte van 2,50 meter met een diameter van 29,50 meter. In de toevoerbuis naar deze tank werd het mengsel geroerd waardoor de kleine deeltjes in het water gingen samenklonteren tot grotere deeltjes. Vervolgens kwam het via een overloop in de voorbezinktank terecht, werd er humus aan toegevoegd en zonk de humus samen met de grotere deeltjes naar de bodem waarna het naar de slijkgistingstanks werd afgevoerd. Per dag leverde dit proces ongeveer 30 kubieke meter slijk op. In de slijkgistingstanks werd het slijk op een constante temperatuur van 30 graden gehouden. Hierdoor ontstond er een gistingsproces waarbij de vrijkomende gassen werden opgeslagen in een gashouder en vervolgens gebruikt werden om de slijkgistingstanks, het pompgebouw en de dienstwoningen op het terrein te verwarmen. Het slijk werd na het gistingsproces gedroogd waarna compost overbleef die destijds meestal aan landbouwers verkocht werd.
Luchtfoto van de afvalwaterzuivering aan de Rokkeveenseweg
Het rioolwater was ondertussen voor zo’n 60 à 70 procent gereinigd en ging naar twee oxydatiebedden. Dit waren ronde bakken met een hoogte van 2 meter en een diameter van 31 meter. Met een ronddraaiende sproeier werd het water verdeeld over een bed die bestond uit een laag grind, die een plaag van ongedierte moest voorkomen, en daaronder een laag niet-vergruisde lavasteen. Het water zakte door deze lagen heen waarbij er op de lavasteen bacteriën ontstonden die de in het water opgeloste delen veranderde in zogeheten humus, een slibachtige substantie. Het geheel kwam tenslotte terecht in een nabezinktank. In deze tank zakte de humus naar de bodem en werd vervolgens naar de voorbezinktank getransporteerd.
Aan het einde van dit proces werd via een overstortdrempel gezuiverd helder water in de poldertochten geloosd.
Deze installatie heeft uiteindelijk maar 11 jaar gefunctioneerd, tot 1971. In dat jaar werd er een vuilwaterleiding naar de zee in gebruik genomen. Alleen het rioolgemaal in het pompgebouw bleef in werking. In 2007 werd dit vervangen door drie grote pompen die het water via het gemaal Oostergo naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolderzuivering in Den Hoorn pompten.
Tekst: Sacha van Vlaardingen
Foto 1: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, Historisch Genootschap Oud Soetermeer
Foto 2: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, fotograaf: Koot, M.A.T. (Rinus)
Foto 3: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, fotograaf: Hart, Piet 't (2)