De geschiedenis van Zoetermeer gaat duizend jaar terug in de tijd. In een reeks verhalen nemen wij u mee op reis door deze duizend jaar geschiedenis. Beginnende bij het ontstaan van het Zoetermeerse Meer en eindigend bij de bouw van Oosterheem. Deze keer: Rijksweg A12.

Tijdens de Bataafse Republiek eind achttiende eeuw werd Nederland een staat waarbij landelijke organisaties werden opgezet die landelijke taken gingen uitvoeren. Een van die organisaties was het bureau voor de Waterstaat dat in 1798 werd opgezet. Dit bureau, de voorloper van het huidige Rijkswaterstaat, werd opgezet voor het waterbeheer in de Bataafse Republiek. Na een aantal jaren werd Nederland ingelijfd in het Franse Keizerrijk van Napoleon en kwam Waterstaat onder directe leiding te staan van een organisatie van Franse ingenieurs. Deze ingenieurs waren verantwoordelijk voor de bouw en het onderhoud van de infrastructuur van het Keizerrijk, inclusief de wegen. Zij kregen in Nederland zo’n 450 zand- en kleiwegen onder hun hoede, verkerende in een slechte staat.

In 1810 werden er plannen opgesteld voor een netwerk van rijkswegen. De kaarsrechte Amsterdamse Straatweg tussen Utrecht en Maarssen maakte daar onderdeel van uit. Na de val van Napoleon werd Waterstaat omgevormd tot Rijkswaterstaat. In 1814 kwam koning Willem I met een nationaal netwerk van ‘Groote Wegen’, die in grote lijnen overeenkwam met de plannen van de Fransen en in de eerste helft van de negentiende eeuw werd er zo’n 500 kilometer rijksweg bestraat. Verder werd het netwerk van Willem I decennialang niet of nauwelijks gewijzigd omdat de toekomst vooral werd gezien in een nieuw transportmiddel, de trein.

 

G.J. van den Broek

Eind negentiende eeuw, om precies te zijn in 1896, werd de automobiel in Nederland geïntroduceerd. In eerste instantie waren de mensen vooral onder de indruk van de automobiel. Vijf jaar na de introductie begon het aantal automobielen op de weg langzaam te stijgen en in 1924 reden 31.000 over de wegen die van slechte kwaliteit waren. De wegen waren meestal maar 3 meter breed, raakten steeds vaker beschadigd door zwaarder wordende voertuigen, kenden tal van obstakels onderweg en automobilisten moesten in die tijd vele kilometers omrijden om op hun plaats van bestemming te komen. Er moest een plan komen voor een modern wegennet. Dat werd het Rijkswegenplan uit 1927 van G.J. van den Broek, het hoofd van het district Wagentechniek van Rijkswaterstaat. Dit plan werd gefinancierd door de invoering van het, in 1926 door dezelfde Van den Broek opgestelde, Wegenbelastingwet. En in 1932 werd er begonnen met de aanleg van de eerste snelweg van Nederland, de Rijksweg A12.

Viaduct A12

Plas van Poot

Voordat er begonnen kon worden met de aanleg vonden er eerst zeven onteigeningen plaats op Zoetermeers grondgebied over het traject van de A12. Daarnaast was er zand nodig om de weg op de kleigrond van de polder aan te kunnen leggen. De weg werd aangelegd door de NV Amsterdamsche Ballast Maatschappij en zij besloten dat het zand in de omgeving van de weg uit de grond gehaald moest worden. Op 4 maart 1935 werd er twaalf hectaren grond in de Binnenwegse Polder gekocht van E. Huisman sr. en Jvr. H.E. Jochems. Ook werd er een vergunning aangevraagd voor de zandwinning bij het Hoogheemraadschap Schieland. Na het verkrijgen van de vergunning werd er begonnen met de zandwinning. Het gewonnen zand werd verder getransporteerd met behulp van een treintje. Het gat dat door de zandwinning ontstond liep vol met water. De plas die daardoor ontstond bestaat nog steeds en heet tegenwoordig Plas van Poot.

Zandwinning Bleiswijkseweg treintje

De weg werd voorzien van 6,25 meter brede rijbanen van cementbeton. De rijbanen werden van elkaar gescheiden door een middenberm met een heg. Deze heg moest de verblinding van tegenliggers voorkomen. Bovendien kreeg de weg als eerste ter wereld vluchtstroken. Op 15 april 1937 werd het eerste deel van de Rijksweg A12 opengesteld. Dit deel begon bij de Vliet in Voorburg en eindigde bij de Stationsstraat. Deze openstelling werd gevierd met een glas Zoetermeerse Chocomel in de hand. Een jaar later zou de openstelling volgen van het deel tussen Zoetermeer en Gouda.

Ingebruikstelling Rijksweg

Recht van overpad

Vanaf 1932 tot in de jaren zestig kruisten er ter hoogte van hectometerplaatje 13 (bij de huidige Houtsingel) en tussen hectometerpaaltjes 17 en 18 (waar de HSL de A12 kruist) paden de A12 met een recht van overpad voor landbouwers. Op deze plekken was de middenberm betegeld. Landbouwer Anton van Straalen maakte van het laatste overpad gebruik dat achter zijn boerderij Beelaertshoeve lag. Duizend keer per jaar stak hij met landbouwvoertuigen de A12 over wat natuurlijk tot gevaarlijke situaties leidde. Hier kwam een eind aan met de aanleg van de vangrails waarmee Rijkswaterstaat in 1965 begon.

Als u meer wilt weten over dit verhaal, kijk dan ook op sachavanvlaardingen.wordpress.com.

Tekst: Sacha van Vlaardingen
Foto 1: Viaduct in aanbouw tijdens de aanleg van de Rijksweg A12 ter hoogte van Nutricia. Foto: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, Historisch Genootschap Oud Soetermeer
Foto 2: Treintjes die gebruikt werden om zand en andere materialen aan te voeren bij de aanleg van de Rijksweg A-12. Foto: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, Historisch Genootschap Oud Soetermeer
Foto 3: Genodigden voor de opening van de Rijksweg ter hoogte van het viaduct bij Zoetermeer. De man in het midden met de witte jas is waarschijnlijk burgemeester L.R. Middelberg. Foto: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, Fotograaf: ANP

-advertenties-

-goede doel-