De geschiedenis van Zoetermeer gaat duizend jaar terug in de tijd. In een reeks verhalen nemen wij u mee op reis door deze duizend jaar geschiedenis. Beginnende bij het ontstaan van het Zoetermeerse Meer en eindigend bij de bouw van Oosterheem. Deze keer: het verzet en de bevrijding.
Een aantal weken na de capitulatie in mei 1940 werd het Nederlandse leger gedemobiliseerd. De militairen werden ontslagen uit krijgsgevangenschap. Officieren uit het Nederlandse leger werden daarna opgenomen in een netwerk, De Ordedienst. De Ordedienst was een illegale anti-Duitse organisatie in Nederland. Een van hen was reserve-officier Joop Kentgens.
Joop Kentgens stond op het punt om zijn vader als tandarts op te volgen in Utrecht toen hij zijn dienstplicht moest gaan vervullen die samenviel met de mobilisatie op 28 augustus 1939. In de meidagen van 1940 verdedigde hij samen met zijn afdeling stellingen bij Amersfoort. Na de demobilisatie keerde hij terug als hoogleraar in Utrecht en daar leerde hij ook de kleindochter kennen van de Zoetermeerse burgemeester Cornelis Bos, die in 1867 een woning liet bouwen aan de Dorpsstraat 7. In 1942 trouwden Joop Kentgens en Riti Bos. Op dat moment was de woning beschikbaar voor het jonge echtpaar om er in te gaan wonen en Riti’s oom Kees Bos veronderstelde dat zij wel ‘in het oude huis' van de familie konden gaan wonen. Daar komt ook de naam ’t Oude Huis vandaan.
Ze trokken er in en hielden er allebei praktijk als tandarts. Ondertussen was Joop al gevraagd om zich als oud reserve-officier aan te sluiten bij De Ordedienst en vervolgens werd de wachtkamer gebruikt om boodschappers berichten aan elkaar te laten doorgeven. Daarnaast werd er samen met Rijksveldwachter Jacob Leendert van Rij een groep van 150 man verzameld uit Zoetermeer en Benthuizen.
Binnenlandse Strijdkrachten
In september 1944 werd De Ordedienst omgevormd tot de BS, de Binnenlandse Strijdkrachten. Zij hadden tot taak het helpen van de geallieerden bij de bevrijding van Nederland door sabotageacties en het tegengaan van vernielingen door de Duitse bezetter. Ook konden ze dienen als bewakingstroepen of politiemacht. Via de lucht werd de BS voorzien van uiteindelijk 15.000 lichte wapens zoals stenguns. In Zoetermeer werd Joop Kentgens de Algemeen Commandant van de BS en Jacob Leendert van Rij de Plaatsvervangend Commandant en de BS telde hier zo’n 100 tot 110 leden. Ook de eerder genoemde illegale pers ging op in de Binnenlandse Strijdkrachten.
De leden van de BS hielden oefeningen in afgelegen boerderijen. Hierbij beschikten ze alleen over de wapens die de Nederlandse militairen na de capitulatie in de wetering langs de Voorweg hadden gegooid. Deze werden vervolgens, in 1940, weer opgevist door Piet Lengkeek. Eind december 1944 kregen ze een deel van de wapendropping die neer was gekomen bij Hazerswoude. Daarnaast hielden ze zich bezig met de maaltijden voor de mensen die op hongertocht waren en met de voorziening van voedsel voor onderduikers.
Onderduikers
Op een avond in oktober 1944 belde iemand van het verzet bij koster Wieriks aan met de vraag of hij een Joodse vrouw uit Bleiswijk in huis wilde nemen. Het verzet had al negen andere adressen geprobeerd, maar niemand kon of wilde de vrouw in huis hebben. De koster en zijn vrouw hebben toen ja gezegd. “Waarom? Nou, het maakte niks uit of je gelovig bent of niet of waarin je gelooft. Ieder mens heeft recht op z’n vrijheid”. Mevrouw Querido werd in huis genomen nadat ze eerder anderhalf jaar samen met haar man en haar dochtertje bij een kapper in Bleiswijk ondergedoken had gezeten. Later zijn ook haar man en dochtertje bij de koster komen wonen. Tijdens een razzia heeft de koster de vrouw en het kind in de kap van de kerk verborgen. Omdat de Duitsers tijdens razzia’s nooit in de kerk keken kon hij daar veel mensen verbergen. De man was hartpatiënt en hij was bang dat hij onder de kap een hartaanval zou krijgen. Daar vond de koster een oplossing voor. De koster was ook doodgraver, hij liet de man werkkleding aan trekken en ze waren zogenaamd bezig met een graf te meten terwijl de Duitsers langs het kerkhof liepen.
Het gezin woonde tot na de oorlog bij de koster.
Jachthuis The Jolly Duck
Begin 1945 dook vrijwel de gehele top van het Zoetermeerse verzet onder in het Jachthuis The Jolly Duck aan de Rotte in Zevenhuizen. De reden daarvan was de Zoetermeerse zwarthandelaar Zwarte Han. Deze handelaar handelde in paardenvlees en verkocht het voor zeer hoge prijzen aan mensen die in Zoetermeer kwamen om eten te bemachtigen. De ondergrondse greep in door een aantal keren een inval te doen bij een zwarte slachtpartij. Uiteindelijk werd Zwarte Han gearresteerd door marechaussees. Om vrij te komen gaf hij een briefje met namen die volgens hem bij de ondergrondse hoorden aan de Duitsgezinde hoofdwachtmeester. Het gevolg hiervan was de arrestatie van een deel van het verzet en het onderduiken van bijna de volledige top.
Op 29 april 1945 bevinden 16 mensen zich in het jachthuis. Naast de verzetslieden zijn dat ook bemanningsleden van neergeschoten geallieerde vliegtuigen, waaronder de Amerikaanse vliegenier John McCormick. Om half zeven ’s avonds arriveert er een groep Duitse soldaten en ontstaat er een vuurgevecht. Hierbij komen Jacob Leendert van Rij en John McCormick bij een vluchtpoging om het leven. De vrouw van Leendert raakt gewond en Joop Kentgens wordt door het hoofd geschoten, maar overleeft het wel. Beide kwamen in het ziekenhuis terecht. Voor Joop was de oorlog afgelopen. Piet van Driel nam het commando over en Zwarte Han was inmiddels al op 21 april geëxecuteerd op de Bleiswijkseweg.
De bevrijding
Op 30 april, pleegt Hitler in Berlijn zelfmoord en op vrijdag 4 mei biedt de Duitse admiraal Von Friedeburg de capitulatie aan van de Duitse strijdkrachten in Noordwest-Europa. De capitulatie ging in de volgende dag om acht uur ’s morgens. Die ochtend hingen er in het hele dorp rood-wit-blauwe vlaggen met oranje wimpels. Drie uur na het ingaan van de capitulatie betrok de BS met 68 man, onder bevel van commandant Piet van Driel, de Openbare School (Dorpsstraat 114) en daar kregen ze wapens uitgereikt en een hap eten. Kort na één uur ’s middags kregen ze ineens de opdracht om allemaal hun eigen weg te zoeken. Duitse soldaten stormden het plein op met het geweer in de aanslag. Een aantal BS’ers vluchtten over de buurtvaart de polder in, Jan Hoorn en Cornelis van Eerden werden neergeschoten en de andere BS’ers werden een dag lang opgesloten in een lokaal.
Het duurde uiteindelijk tot woensdagochtend 8 mei voordat de eerste geallieerde troepen, Canadese militairen, op de verkeersweg A12 bij Zoetermeer aankwamen. Zoetermeer was bevrijd. Vanaf 29 tot en met 31 augustus 1945 wordt het bevrijdingsfeest gevierd op het land van boer De Groot (Vlamingstraat 87) en op 30 november 1945 komt voor het eerst sinds oktober 1941 de gemeenteraad weer bij elkaar. Een maand eerder, op 31 oktober, werden Jacob Leendert van Rij, Cornelis van Eerden, Jan Hoorn en John McCormick begraven in een eregraf bij de Oude Kerk.
Als u meer wilt weten over dit verhaal, kijk dan ook op sachavanvlaardingen.wordpress.com.
Tekst: Sacha van Vlaardingen
Foto 1: Riti Bos en Joop Kentgens tijdens de mobilisatie Foto: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, Historisch Genootschap Oud Soetermeer
Foto 2: Leden van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) op dolle dinsdag in afwachting van een wapendropping. Ze staan bij het gemaal van de Palensteinse polder, het zogenaamde 'watermachien' van Spijker, de machinist. Foto: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, Historisch Genootschap Oud Soetermeer
Foto 3: Het jachthuis 'The Jolly Duck' te Zevenhuizen, waar de verzetsgroep Zoetermeer was ondergedoken en waarin opgenomen één Amerikaan en zes Engelsen. Foto: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, Historisch Genootschap Oud Soetermeer
Foto 4: Herbegrafenis van Jacob Leendert van Rij en John McCormick nadat zij eerder in Zevenhuizen begraven waren geweest. De kist met het stoffelijk overschot van J. McCormick bij de Oude Kerk. Foto: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, fotograaf: Foto Persbureau Friezer
Bronnen: