In de strijd tegen luizen bij bomen heeft de gemeente een proef gedaan met lieveheersbeestjes, de natuurlijke vijanden van de luizen. De proef is in het luizenseizoen (mei tot september) uitgevoerd bij leilinden in de Dorpsstraat, maar de lieveheersbeestjes bleken niet veel te helpen tegen de overlast.
In de leilinden in de Dorpsstraat is elk jaar overlast door luizen die honing- en roetdauw veroorzaken. Wanneer bladluizen, schildluizen of witte vliegen op een plant leven, scheiden ze het teveel aan suiker dat zij binnen krijgen af: honingdauw. De schimmel die zich daarop vormt is zwart van kleur en ziet er uit als roet. Vandaar de naam roetdauw.
In een deel van de bomen zijn in de overlast periode larven van inheemse lieveheersbeestjes uitgezet. Er was niet veel verschil te zien tussen de bomen met extra lieveheersbeestjes en de bomen die het zonder moesten stellen. Het experiment wordt dan ook niet voortgezet.
Groeiplaatsverbetering (bij aanplant) heeft wel een aantoonbaar effect want gezonde en vitale bomen zijn minder kwetsbaar voor aantastingen zoals bladluis. Gevarieerd maaibeheer stimuleert soortenrijkdom zodat natuurlijke vijanden ook ziekten en plagen bestrijden.
Elke dag het Zoetermeerse nieuws in uw mailbox? Blijf op de hoogte van het laatste Zoetermeerse nieuws en meldt u aan voor onze nieuwsbrief!